Post uit Mallorca

Een week geleden ging de wintertijd in. ’s Avonds zaten we nog buiten te eten bij de pizzeria in het dorp. Het leek wel een zwoele zomeravond. Met de ingang van het seizoen van de kortere dagen, de dag erna, kwam onmiddellijk de omslag. ’s Avonds staken we zelfs voor de eerste keer de rocket stove aan. Nu is het allemaal weer anders en is het ’s avonds hooguit fris; de rocket stove blijft nog even uit. De dagen zijn prachtig mooi met veel zonneschijn, iets boven de 20 graden. Dit zijn van die dagen dat ik de hele dag wel op een stoel kan zitten, om me heen kijken en luisteren naar de vogels en de geluiden van het land. Rust. Beetje koffie drinken. Rommelen in de tuin. Boek. Als een oma. Ik hoef he-le-maal niks. Vrede. Deze dagen, deze maanden zijn goud waard in het Mediterraanse. 

De energie om te koken, te douchen, te wassen, kortom alle huishoudelijke dingen, wordt sinds kort opgewekt door betere zonnepanelen, die we laatst samen hebben aangeschaft. En dat zorgt voor meer energie en dus comfort. Want ook met bewolkt weer nemen de zonnepanelen genoeg energie op om de boiler te verwarmen en dus hebben we sneller aangename warme douches. De lange hete maanden waarin we alleen maar koud (willen) douchen, zijn immers voorbij. Dat zijn de dingen waar we ons geld aan besteden. Niet aan (dure) spullen, maar aan meer energie voor onze (bijna) off-grid fincita. Het maakt het leven weer wat prettiger. In Nederland wordt men inmiddels klaargestoomd voor grootschalige energie-storingen. Steeds meer mensen hebben meer energie nodig, voor de toename van het aantal apparaten, maar ook een toename van hun activiteiten. Dus lieve Nederlanders, haal dat noodpakket maar in huis 😉

Wij hebben hier een heus ‘mannenprobleem’ en ik zie tegen de dag op dat er ingegrepen moet worden. Het blijft pijnlijk. Onze haantjes. De haantjes die competitie zien in het andere haantje. De haantjes die de hennetjes achterna rennen en er hardhandig bovenop duiken. De inhalige, egoïstische haantjes. De rotzakken die ze kunnen zijn. En dan ben ik blij dat een man, mijn man, bereid is hieraan iets te doen. Ik kán en durf het niet. Dus lieve feministen, jullie praten over een ‘mannenprobleem’ en zien nu, na de vreselijke moord afgelopen zomer op het Nederlandse meisje Lisa, alle mannen als potentiële vrouwenmeppers en geweldplegers…Om wat nuance in deze vaststelling aan te brengen, maakt me natuurlijk tot verraadster van mijn eigen soort en onderdeel van het hele probleem, maar toch even. Wie ligt onder de gootsteen om die smerige verstopping te verhelpen? Wie brengt de vuilnis weg? En wie haalt de vuilnis op? Wie gaat het dak op om het lekkende raam te fixen? Wie helpt je met autopech langs de weg? Ja? En wie slacht de haan? Juist! En natuurlijk kunnen – sommige – vrouwen (lees mijn stuk over Tanja Nijmeijer ) dat allemaal ook, maar ze doen het niet. 

Gisteren wandelden we een tijdje in onze buurt die allerlei weggetjes kent en die op hun beurt ook weer vele zijpaden hebben. Poorten met daarachter tuinen en nogal eens hele mooie landelijke huizen, met nieuw gebouwde stenen of al honderden jaren oud. De vele olijfbomen en de Johannesbrood, de groene bodem rijkelijk bedekt met oxalis, de afgevallen bladeren, het roodachtige licht bij het vallen van de avond…dit is nog maar een fractie van het eiland, moet je nagaan hoeveel van die geheime, stille weggetjes het eiland allemaal wel niet kent. Er blijft nog altijd veel te ontdekken, gewoon in eigen land, de omgeving, zonder dat je daarvoor boven grenzen hoeft te vliegen.

~

I thought the earth remembered me, she

took me back so tenderly, arranging

her dark skirts, her pockets

full of lichens and seeds. I slept

as never before, a stone

on the riverbed, nothing

between me and the white fire of the stars

but my thoughts, and they floated

light as moths among the branches

of the perfect trees. All night

I heard the small kingdoms breathing

around me, the insects, and the birds

who do their work in the darkness. All night

I rose and fell, as if in water, grappling

with a luminous doom. By morning

I had vanished at least a dozen times

into something better – Mary Oliver

~

The art of letting go met Alan Watts:

Con Amor,

Eva

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.